Overslaan en naar de inhoud gaan
  • Slokdarmspataders of slokdarmvarices zijn gezwollen spataders in de wand van de slokdarm (oesophagus).
  • Als die te groot worden, kunnen ze barsten en bloeden. Dit is levensbedreigend en moet met spoed in het ziekenhuis behandeld worden. 
  • Gemiddeld 1 op 4 patiënten overlijdt na zo’n bloeding. Bij patiënten met een levercirrose kan het sterftecijfer oplopen tot meer dan de helft.
  • Risico's:
    • Bloed in de longen
    • Infecties
    • Veel bloedverlies
  • De slokdarm is een gespierde buis van ongeveer 30 cm die loopt van de keelholte naar de maag. De wand van de slokdarm bestaat uit een spierlaag, een laag bindweefsel en slijmvlies. In het bindweefsel bevinden zich bloedvaten en kliertjes die slijm produceren dat als glijmiddel dient. De aders die in de wand van de slokdarm lopen, zijn van nature erg dun. De hoeveelheid bloed die hier normaal doorstroomt is miniem. Er wordt dan ook weinig druk op de wand uitgeoefend. 

Oorzaak

  • Slokdarmspataders ontstaan door een verhoogde druk in de poortader (portale hypertensie). De poortader voert bloed uit milt, alvleesklier, galblaas en een groot deel van het spijsverteringskanaal naar de lever. Als de druk daar te hoog is, gaat het bloed op zoek naar andere vaten om het hart te bereiken. Zo’n sluipwegen zijn bijvoorbeeld de aders in de slokdarm. Die dunne aders zijn echter niet gemaakt om zo’n grote hoeveelheid bloed te verwerken. Ze rekken uit waardoor spataders ontstaan.
  • Stolsel dat de ader verstopt
  • Leverproblemen, bv. chronische hepatitis, levercirrose (verschrompeling)
  • Overmatig alcoholgebruik

Klachten

  • Slokdarmspataderen veroorzaken niet altijd klachten.
  • Ze kunnen wel barsten en hevig gaan bloeden. Het bloed kan dan letterlijk uit de mond spuiten. Je moet dan meteen naar het ziekenhuis.
  • Vooral bij grote spataders is de kans op een bloeding groot en gaat dit meestal gepaard met bloedbraken (helderrood bloed, soms met stolsels).
  • Het bloed kan met de ontlasting meekomen, dat zwart kleurt.
  • Je kan bleek zien en je zwak voelen.

Behandeling

  • Acute bloedingen stoppen
  • Druk in de poortader verminderen om de kans op herbloeden te verkleinen
  • Onderliggende oorzaak behandelen
  • Bij bloeding van de slokdarmspataders kan een bloedtransfusie nodig zijn om het bloedverlies en/of vocht te compenseren. We brengen het bloed in via de aderen en soms plaatsen we een buisje in de luchtpijp (intuberen) om te voorkomen dat bloed of maaginhoud in de luchtwegen stroomt.
  • Bij bloedende slokdarmspataders dienen we onmiddellijk medicatie toe via inspuiting en/of infuus. Zo daalt de abnormaal hoge bloeddruk in de leverpoortader (portale hypertensie) en de slagaders. Ook om stollingsproblemen te beëindigen, gebruiken we medicatie.
  • Je krijgt altijd een antibioticakuur om infecties tegen te gaan.
  • Bij een acute bloeding krijg je laxeermiddel (lactulose) toegediend. Meestal voor een relatief korte periode, maar soms chronisch.
  • Meestal krijg je ook geneesmiddelen om de maagzuurproductie af te remmen.
  • Als de spataders zijn afgebonden of geblokkeerd, is meestal een endoscopie nodig. We kijken met een dunne buis of slang (endoscoop) via de mond in het lichaam. Er zijn verschillende technieken:
    • Bandligatie: we zuigen een stukje van de spatader aan. Op de lus die ontstaat leggen we een rubberen bandje dat de slagader afklemt. De afgesnoerde spatader sterft nadien af. Op die manier kunnen we via één of meerdere behandelingen de spataders verkleinen.
    • Sclerotherapie: we injecteren de spataders met een weefselverhardend middel waardoor ze verschrompelen. 
  • Als we de bloeding niet kunnen stoppen via endoscopie, gebruiken we een ballontamponade. Via de neus brengen we een dunne slang met aan het uiteinde een ballon in de slokdarm. We blazen de ballon op, die zo de spataders dichtdrukt en het bloeden stopt. De ballon mag slechts een beperkte tijd druk op de slokdarmwand uitoefenen. We passen deze therapie dan ook slechts in uiterste nood toe.
  • Als een bandligatie of ballontamponade onvoldoende helpt, kunnen we chirurgisch een portocavale shunt (omleiding) aanleggen. Het bloed uit de bloedsomloop van de ingewanden naar de lever kan dan via grotere bloedvaten rond de lever naar het hart gaan. Meestal maken we hiervoor een verbinding tussen de miltader en een nierader (splenorenaal). Het kan ook met een TIPS (transjugelair intrahepatic portosystemic shunt) katheter. Met behulp van een klein buisje (stent) maken we een verbinding tussen de poortader en de grote onderste lichaamsader dwars door de lever. Het bloed van de poortader kan via de stent gemakkelijker wegstromen. De druk in de poortader neemt af en er gaat minder bloed naar de spataders. Deze operaties zijn niet zonder gevaar.

Nazorg

  • Als je reeds slokdarmspataders of een bloeding had, krijg je een preventieve behandeling om herhaling te voorkomen.
  • Bij levercirrose controleren we je endoscopisch op spataders. Heb je geen spataders, dan herhalen we de endoscopie na drie jaar. Heb je toch kleine spataders, dan volgt een nieuwe na één jaar.
  • Bij grotere spataders kan je de druk in de spataders controleren met een speciale drukmeter.
  • Was er nog geen bloeding, krijg je een behandeling met een bètablokker. Dit verlaagt de bloeddruk in de spataders. Helpen de bètablokkers niet, dan kunnen we een preventieve bandligatie toepassen. 
  • Als een onderliggende stollingsstoornis een bloedklonter veroorzaakte die de poortader verstopt, krijg je levenslang antistolling. Als je een ‘shunt’ kreeg, geven we ook tijdelijk Antistolling om te vermijden dat de ‘shunt’ dichtgaat.